Vaardigheidstraining

Wat houdt de vaardigheidstraining in?

Een strategisch nieuw media plan maken voor een bedrijf is één ding, het kunnen werken met de beschikbare platforms en tools is een andere. In de praktijk is het ook relevant dat je de verschillende online tools op basaal niveau beheerst zodat je hier beter advies over kunt geven. Het kunnen uploaden van je vakantiefoto's op Facebook betekent niet dat je een bedrijfspagina voor een bedrijf in commerciële zin weet te beheren. Daarom leer je naast de theorie van internetmarketing ook hoe je verschillende platforms en tools moet gebruiken en deze kunt inzetten in professionele zin. In de vaardigheidstraining gaan we elke week een nieuw platform leren aanmaken, inrichten en onderhouden. Het accent ligt daarbij op sociale media.

Wat houdt de opdracht in?

Vooraf bedenk je een fictief bedrijf waarmee je gaat werken gedurende de vaardigheidstraining. Het moet een bedrijf in de horeca zijn. Kies iets leuks en overzichtelijks. Dit fictieve bedrijf ga je online presence geven door de verschillende geleerde tools in te zetten.
Je kiest 5 platforms of tools die voor jouw bedrijf relevant zijn om mee te werken. Vanaf het moment dat deze tool in de klas behandeld is, neem je hem mee in je opdracht, inclusief de aanmaak, inrichting en het onderhoud. Dat betekent dat als je in week 3 Facebook behandeld hebt, je vanaf week 3 een Facebook pagina moet hebben en deze ook bijhoudt gedurende de rest van het blok (t/m week 8).
Bijhouden betekent dat je elke week iets relevants doet op dat platform. Voor Facebook geldt een minimum van twee keer per week, voor Twitter een minimum van drie keer per week.
Je maakt de opdracht individueel. Elkaar om feedback vragen mag uiteraard wel.

Wat lever je aan het einde van het blok in?

Je levert een rapport aan van maximaal vier pagina's (exclusief titelblad, zonder bijlagen maar met eventuele hyperlinks). Hierin staan de volgende punten opgenomen:

De omschrijving van je fictieve bedrijf.
Wat je wilde bereiken met je online communicatie.
De links naar de relevante platforms, dusdanig dat ze voor de assessor te openen zijn.
Waarom je voor deze platforms gekozen hebt.
Waarom je de platforms op deze manier ingericht hebt.
Hoe en waarom je de platforms op de door jouw gekozen manier hebt onderhouden.
Op welke manier je onderlinge integratie toegepast hebt en waarom.